Bodemloos meer?
Quilotoa is in feite de meest westelijk gelegen vulkaan in de Ecuadoraanse Andes. Die vulkaan is een 800-tal jaar geleden ingestort. Daardoor ontstond er een caldera of komvormige krater met een diameter van zowat 3 km die zich doorheen de jaren met water heeft gevuld.
De bijna perfect ronde krater is ca. 250 meter diep, al beweert de lokale bevolking dat het meer geen bodem heeft omdat de diepte nog niet op alle plekken gemeten is. Nu ja, het is diep in ieder geval. 😉 De kleur van het water – betoverend turkoois – is te wijten aan het alkalische gehalte of de natuurlijke aanwezigheid van mineralen in de grond. Het ziet wat meer groen of blauw naargelang de inval van het zonlicht.
Hier en daar zie je bubbels in het water, dat zijn fumarolen – plekken waar er hete dampen en gassen ontsnappen uit de vulkanische bodem. Volgens de bewoners van Quilotoa kan je veilig zwemmen in het kratermeer, al is het wel erg koud en is er in het midden een draaikolk die je beter vermijdt. Kajakken is er trouwens ook een optie.
JE CREATIEVE SCHRIJFPARTNER SARAH BELWRITING
Wandelen in de buurt van Quilotoa
Een prachtige, korte wandeling is de afdaling en beklimming van de krater. Dit is een wandeling van slechts enkele kilometers, maar toch niet te onderschatten omwille van de hoogte (bijna 4.000 m) en de ondergrond van los zand. Het duurt een halfuurtje om naar beneden te gaan maar minstens het dubbele om weer omhoog te geraken.
Je kan ook rond het meer wandelen, dat neemt een viertal uur in beslag. De meest populaire wandelroute hier is echter de Quilotoa Loop. In principe laten de vele wandelpaden je toe om een 200-tal km aan elkaar te rijgen hier, maar de standaard Quilotoa Loop is 40 km lang.
Door de omstandigheden en hoogte is aangeraden om er een drietal dagen voor uit te trekken. Je kan starten in Sigchos of Insinlivi en naar de krater wandelen. Of omgekeerd, dan daal je vooral. Is Tigua je startpunt, dan heb je een dertigtal kilometers af te leggen. Nog een optie is wandelen van Insinlivi nar Chugchilan (12,5 km – ca. 5 u), dan op dag 2 naar Quilotoa (20 km – ca. 6 u) en op dag 3 naar Zumbahua (14 km – ca. 4 u). Genoeg opties dus!
Er zijn nog tal van leuke wandelingen te doen in het bergachtig gebied rond Quilotoa. Vraag even raad aan je hoteleigenaar of gids, want deze zijn niet bewegwijzerd.
Hoe Quilotoa bereiken?

Het kratermeer ligt op ca. 180 km van Quito en 150 km van Baños de Agua Santa. Privévervoer regelen is in feite het handigst want dan ben je er op 2 à 2,5 uur. Maar ook met het openbaar vervoer geraak je er wel. Vanuit het busstation Terminal Terrestre de Quitumbe in Quito of het busstation van Baños neem je de bus naar Latacunga en dan naar Quilotoa (met de bus of taxi). In totaal ben je in dat geval vanuit beide steden ca. 4,5 uur onderweg.
Verblijven in de regio
Het slaperige dorpje Quilotoa – slechts enkele straten groot – ontvangt je met open armen. Er is nog niet veel, maar ze zijn er wel allerlei knusse, kleurrijke hotelletjes en restaurants aan het bijbouwen. Ik verbleef er in Hostal Chukirawa en dat was zeer in orde. Doe je de Quilotoa Loop, dan zijn er tal van overnachtingsplekken in de nabije dorpen zoals Insinlivi, Tigua en Chugchilan.
Tips voor je reis naar Quilotoa
Hoogteziekte
Zorg ervoor dat je al enkele dagen gewend bent aan de hoogte, voordat je hier ook maar de minste inspanning gaat doen. Je lichaam moet zich aanpassen en je kan nooit voorspellen hoe het reageert, zelfs al ben je al duizendmaal op hoogte geweest en/of heb je een topconditie.
Krijg je erge hoofdpijn, word je misselijk of val je flauw? Stel je wandeling dan uit of reis zo snel mogelijk naar een lager gebied als je het echt te lastig krijgt. Want vergis je niet: hoogteziekte is gevaarlijk en kan dodelijk zijn. Om lichte, draaglijke symptomen te verminderen, helpt veel water drinken en op cocabladeren knabbelen. Diamox nemen kan ook de acclimatisatie aan de hoogte verbeteren.
Weersomstandigheden
In dit gebied slaat het weer vlug om. Regen, felle wind, straffe zonnestralen, … het kan allemaal op één dag. Voorzie je daarop. Denk aan regenkledij en warme kleren. Kleed je in laagjes en doe eventueel thermisch ondergoed aan. De paden rondom de krater zijn soms erg small en de kliffen zijn dikwijls steil. Pas dus op als er een stevige wind staat. Ga dan even zitten en wacht tot de wind gaat liggen.
Wat neem je mee?
Wandelstokken zijn handig, zeker als je vlug last hebt van je knieën of enkels. Je bespaart er ook wat energie mee, wat van pas komt in een klimaat met weinig zuurstof. Vermijd ook verrekkingen of verstuikingen en doe degelijke wandelschoenen aan. Denk tot slot aan cash geld (Amerikaanse dollars) als je in een van de dorpen iets wil kopen/eten/drinken, want je kan niet of amper betalen met je kredietkaart in deze streek. En bescherm je voldoende tegen de zon. Op grote hoogte is de atmosfeer dunner en de uv-index bijgevolg hoger. Dat is dus riskanter voor je huid.
Nog meer tips voor Zuid-Amerika? Lees lekker verder over Bolivië, Argentinië en Peru. Of als je liever wat dichter bij huis blijft, lijst ik ook wat tips voor je op in Limburg of de Ardennen.

